1932: Zware septemberstorm overvalt Scharvissers uit Leeuwarden
Minimalisme was al heel lang een way of living op de Westhoek. Mannen die iedere dag voor hun beroep de zee op gingen, om te vissen op haring en ansjovis. ’s Avonds kwamen ze terug bij vrouw en kinderen, in hun piepkleine dijkhuisjes – en dat je dan volgens de overlevering een redelijk inkomen had.
TOEN DE AFSLUITDIJK KWAM
Ooit stond het zeeniveau voor de kust van de Westhoek hoger dan nu. Westhoek was dan ook een heus vissersdorp. Dit veranderde drastisch nadat in 1932 de Afsluitdijk de Zuiderzee (nu IJsselmeer) afkneep. De stromingen op het Wad verlegden zich. De haring en ansjovis verdwenen en daarmee ook de beroepsvisserij.
Het enige dat sindsdien nog nog populair bleef: het poeren of peuren. Een vorm van sportvissen, op onder andere de platvis schar, een delicatesse.
OVER POEREN
Poeren doe je als volgt: je moet eerst op het wad zeepieren (zeewormen) steken, die je dan met een stopnaald aan een lange katoendraad rijgt. Daarna bind je ze als een streng samen in een tros.
Helemaal onderaan de poer/de streng bevestig je een stuk lood, of ijzer. Deze poer knoop je aan de draad van een poerstok (hengel) en tijdens het poeren op het ritme van de golfslag tip je steeds net even de bodem aan. Het poeren vindt meestal plaats op de rand van een geul en is volledig diervriendelijk.
Er worden immers geen ijzeren haakjes gebruikt. De vangst van het poeren bestaat vaak uit platvis, met name schar, verder uit paling en soms een verdwaalde haring of pútaal.
EXTRA CENTJES
In september 1935 kwam een grote club bevriende Leeuwarder ondernemers naar de Westhoek om te poeren. De helft huurde hier leenboten van de lokale vissers en ging ter plaatse poeren, het andere deel ging naar het nabijgelegen Koehoal. De vissers waren blij met de extra centjes.
PLOTS OPKOMENDE STORM
Deze 25e september 1935 zou echter een rampdag worden. In de ochtend was het weer nog uitstekend. De lucht was blauw op zijn Bildts gezegd: “De wâdsee lai d’r by as ‘n spygeltsy soa glâd, en d’r ston gyn suchy wyn.”
De acht hobbyvissers uit de Friese hoofdstad kregen snel te maken met een plots opkomende storm, met rukwinden en hoge golven. Hun drie ongemotoriseerde huurbootjes maakten water. Vlak voor de kust stonden de Leeuwarder poerders doodsangsten uit.
De Westhoekster bootverhuurders wisten dat het foute boel was en belden de Harlinger reddingsboot. Die zocht echter op de verkeerde plek. Inmiddels stond een forse ploeg inwoners op de zeedijk. Hoe ze ook naar de redders zwaaiden met viskorven en vlaggen: het hielp niet. De Harlingers voeren terug.
EIGEN REDDINGSBOOT
De Westhoekers moesten zélf de woeste zee op. Aan de andere kant van de dijk lag een boot in het water; deze werd manmachtig over de dijk getild. Zes Westhoeker mannen stapten er in, de storm tegemoet. Het waren Anne van Dyk, Marten Kingma, Jabik Tjepkema, Jehannes Tjepkema, Jan Wallendal en Tjisse Wallendal. De boot van de mannen kreeg een buitenboordmotor die net was opgehaald met een vrachtauto.
De stormwind was iets gaan liggen. De Westhoeker reddingsboot bereikte de eerste van de drie poerdersboten. Het anker werd gelicht en de vier opvarenden werden gered met behulp van twee frisse redders, die terugboomden naar de dijk. De tweede boot lag iets verder. Hier zaten twee totaal verzwakte mannen in.
DE DERDE BOOT
Volgens het verhaal lukte het een half uur later na meerdere pogingen om de twee in de reddingsboot te krijgen. Men zocht verder, naar de derde boot, eveneens met twee scharvissers. Niet veel later werd deze gevonden: leeg! Later zouden deze twee Leeuwarder poerders levenloos aanspoelen, één in de buurt en de andere, de 28-jarige Jacob Verf, op Ameland.
SIGAREN
De zes heldhaftige Westhoekers werden door de nabestaanden geëerd met een pot sigaren. Gemeente Het Bildt kenden hen een medaille en een geldbedrag toe. Die moesten ze zelf ophalen in Sint Annaparochie; dat was hun eer te na. Ze gingen niet. Pas 75 jaar na wat later ‘de poerdersramp’ zou worden genoemd, in 2010, werd op de dijk een kunstwerk van kunstenaar Marco Goldenbeld onthuld.
Het vermeldt niet alleen de namen van de redders van 1935, maar ook die van de poerders die hier de dood vonden:
Schoenmaker Hendrik Radelaar (34 jaar)
Caféhouder Jacob Verf (28 jaar)
Kapper Bruin Barendsma (43 jaar)
Bakkersknecht Bernardus Tromp (28 jaar)
Onthulling monument op maandag 27 sept. 2010, 75 jaar na de ramp. Foto’s: R. Varkevisser.